HONDSDOLHEID

Hondsdolheid (rabiës) is een virusinfectie die fataal is zodra de symptomen starten. Verspreiding vindt vrijwel altijd plaats door de beet, krab of lik van een besmet dier.

Loop ik risico?

Hondsdolheid komt overal ter wereld voor, met uitzondering van het continent: Antarctica. Een besmetting kun je oplopen door een beet, krab of lik op een niet intacte huid. Niet alleen honden, maar ook vleermuizen, katten en vele andere dieren kunnen hondsdolheid overbrengen. Indien je gebeten, gekrabd of gelikt bent, is het belangrijk om contact op te nemen met het ziekenhuis of de medische alarmcentrale. Zij weten of er medicatie ter plekke beschikbaar is om je te behandelen of dat je er eventueel heen moet reizen. Een behandeling moet zo snel mogelijk plaatsvinden. Als je naar een gebied reist waar hondsdolheid heerst, kun je een risico lopen als je in aanraking komt met een besmet dier.

Raadpleeg daarom ruim vóór vertrek je huisarts, GGD, Travel Clinic of vaccinatiecentrum om te informeren of je risico loopt op hondsdolheid en hoe je jezelf kunt beschermen.

Er is een vaccin tegen hondsdolheid beschikbaar – Dit vaccin is aan te raden wanneer:

•  Je reist naar een gebied waar je niet snel toegang hebt tot goede medische voorzieningen
    of medische spoedhulp, voor het geval je in aanraking komt met het virus (meestal na een
    beet van een besmet dier).
•  Je met jonge kinderen reist en lokaal verblijft bij familie of vrienden.
•  Je vaak naar risicogebieden reist of daar langere tijd blijft (bijvoorbeeld langer dan een
    maand).
•  Je activiteiten verricht als fietsen of hardlopen, die dieren kunnen aantrekken.
•  Je met dieren werkt.

Een pre-expositie profylaxe vaccinatieserie tegen hondsdolheid bestaat uit 2 vaccinaties. Je hebt minimaal 7 dagen nodig om een schema te kunnen afmaken.

Referentie: WHO Rabies Fact sheet - Sept 2018 (https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/rabies)

Naar het buitenland?

Vind de meest nauwkeurige
reisinformatie

Reisvaccinatiecentrum

Vind een vaccinatie-centrum

Hoe zou ik het kunnen oplopen?

Elk zoogdier kan het hondsdolheidsvirus verspreiden, zowel wilde dieren als huisdieren. Het hondsdolheidsvirus is aanwezig in het speeksel van het besmette dier. Je loopt risico op hondsdolheid als een besmet dier:

•  Je bijt.
•  Je likt op open plekken op de huid (bv. sneden of wonden).
•  Je spuugt in je gezicht, ogen of mond.

Pas op voor dieren die ziek of ongewoon tam lijken te zijn, want dit kan een teken zijn dat ze met rabiës besmet zijn.

Huisdieren
De meeste sterfgevallen door hondsdolheid zijn het gevolg van een hondenbeet, maar ook andere zoogdieren zoals: vleermuizen, apen, mangoesten, jakhalzen, vossen, coyotes, stinkdieren en wasberen verspreiden het virus.

Wat zijn de symptomen?

Wanneer het virus zich in je lichaam verspreidt, ontwikkelt zich ofwel rabiës "furiosa” of rabiës "paralytica”; rabiës furiosa komt vaker voor.
Rabiës begint met niet-specifieke symptomen zoals koorts, verminderde eetlust, misselijkheid, braken en hoofdpijn. De wond kan jeuken en pijnlijk zijn. Bij rabiës furiosa kun je later krampen, nekstijfheid, hyperactiviteit en stuipen krijgen; bij rabiës paralytica verlammingen. Bij ongeveer de helft van de mensen treden spasmen op van de slikspieren en halsspieren en/of ademhalingsspieren bij het zien van vloeistof of bij verplaatsing van lucht. Vanwege een verhoogde speekselvloed, ontstaat schuimvorming op de mond. In een verder stadium treedt coma op, leidend tot de dood.

Kan het behandeld worden?

Er bestaat geen effectieve behandeling voor hondsdolheid – wanneer de symptomen beginnen, is het fataal.
Als je denkt dat je misschien besmet bent met het hondsdolheidsvirus, is het van wezenlijk belang dat je snel medische hulp krijgt, want dit is een medisch spoedgeval. Ongeacht of je vóór je reis wel of niet volledig gevaccineerd bent, heb je een aantal doses van het vaccin nodig als je (mogelijk) aan het virus blootgesteld bent geweest. Verder zal de arts beslissen of je ook een injectie met antistoffen ("immunoglobulinen") tegen hondsdolheid moet krijgen – dit is een bloedproduct dat onmiddellijke maar kortdurende bescherming tegen de ziekte biedt. Of je deze injectie wel of niet krijgt, hangt af van je vaccinatie voorgeschiedenis.

Hoe kan ik het voorkomen?

Het belangrijkste is dat je je, tijdens je reis, niet door dieren laat bijten, krabben of likken. Daarnaast is er een vaccin tegen hondsdolheid beschikbaar, om je te beschermen voor de afreis (pre-exposure profylaxis).
Raadpleeg ruim vóór vertrek je huisarts, GGD, Travel Clinic of vaccinatiecentrum om te bespreken of je tegen hondsdolheid gevaccineerd moet worden.
Als je denkt dat je misschien in aanraking bent gekomen met het hondsdolheidsvirus, is het van wezenlijk belang dat je snel medische hulp krijgt.
Bekijk de pagina over beten van dieren, zodat je je beter kunt beschermen tegen hondsdolheid.

Deel       


Overleg met je arts voor meer informatie.